Auteur: Rien Seip
Als je in vogelvlucht naar de wedstrijd kijkt is de conclusie dat we onszelf zeer tekort hebben gedaan: twee kansloze nederlagen van de tegenstander, drie remises zonder reële winstkans voor de opponenten, twee niet verzilverde gladde winststellingen en een geschonken winst in wat voor ons een plusremise had moeten zijn.
Als schaken een jurysport was stond er dus 6-2 op de bordjes, maar zoals bekend telt dat niet. Wat ik hier in alle bescheidenheid uit oppik is dat onze openingskennis en strategisch inzicht dik in orde zijn (wat je beslist niet kunt zeggen van de meeste tegenstanders deze middag), maar minder tijdnood en iets meer scherpte en concentratie zou wonderen doen voor onze resultaten. Voor wat het waard is.
Kenmerkend voor de krachtsverhoudingen van deze middag was het tweeluik van de roemruchte Sveshnikov (Siciliaans met e5). In onze witpartij, gespeeld door Guus, werd deze opening gruwelijk door zwart mishandeld en Guus wandelde er vakkundig in 19 zetten doorheen. In onze zwartpartij begreep Jack de bedoelingen van Sveshnikov heel wat beter en eigenlijk bereikte hij moeiteloos een beter eindspel met loperpaar. Helaas raakte hij na de tijdcontrole verstrikt in een complicatie die leidde tot stukverlies.
Tom kreeg aan bord 1 een Sämisch voorgeschoteld waarin hij wit vakkundig onder druk zette en de witte koning aan de wandel dwong. Tom miste op zet 20 een mogelijkheid van stukwinst en in de daaropvolgende tijdnoodfase stierf zijn aanval in schoonheid.
Leon en Bob kregen “iets” in handen maar kwamen uiteindelijk niet verder dan remise. Jan offerde min of meer onbewust een kwaliteit voor een koningsaanval die in ieder geval genoeg bleek voor remise.
Bij Ger gebeurde er iets zeldzaams. In een eindspel met een loper extra (verder alleen pionnen) dreef hij de koning van zijn zeer jonge tegenstander naar de rand. Iets te enthousiast, want het knulletje stond pardoes pat! Was hem nog nooit gebeurd aldus Ger. Laat dit dan maar de enige keer blijven.
Zelf speelde ik met wit aan bord 8 tegen een van de invallers. Dat is zo’n partij die je eigenlijk móet winnen. Je tegenstander weet dat ook, parkeert de bus met het streng-orthodoxe damegambiet en wacht af. Er zijn zeer agressieve systemen tegen deze opstelling (lange rochade) maar ik had geen zin in risico’s. Mijn geduld werd beloond, want bij zet 12 werd hij alsnog actief en liep direct in het mes. Toch altijd weer een opluchting dat moment!