auteurs: Sander Bachaus en Tom Vrouenraets

 

De taak is duidelijk voor V3. De laatste drie competitiedagen winnen en hopen dat de concurrentie punten laat liggen. In ons gevecht tegen degradatie was HSC Helmond het eerste obstakel. HSC heeft nog twee punten nodig om definitief veilig te zijn en tegen de nummer laatst (dat zijn wij dus), is dat natuurlijk de uitgelezen kans. Na een reis van ongeveer een uur zijn de HSC-manschappen aangekomen en met 736 ELO-punten meer zijn ze op papier zwaar favoriet.

De co-auteur van het sprookje dat gaat volgen, Sander, was na ongeveer 2 uur en drie kwartier als eerste klaar. Op bord twee speelde hij met wit tegen Bart Dekker. Na zet 22 had Sander een gezonde plus en een lange termijn voordeel. Normaal gesproken betekent dit risicoloos verder spelen. Echter… Echter… Na even de andere borden geanalyseerd te hebben kwam Sander tot de conclusie dat er maar liefst drie borden gewonnen stonden (Tom, Ruud, Marcel). Daarnaast speelde Guus voor de spreekwoordelijke twee resultaten (winst of remise) en de andere Voerendalers stonden gelijk. Met deze waanzinnige vooruitzichten moest Sander wel de remise aannemen. Remise, geen slecht beginresultaat.


Tom (zwart op bord 3) vergezelde Sander al snel aan de bar met het nieuws dat hij gewonnen had van Maarten Smit. In zijn partij kwamen verschillende tactische momenten langs, die ons op 1½-½ voorsprong zet. Zie hieronder een fragment uit zijn partij met kort commentaar van Tom.

Smit Vrouenraets

M. Smit – T. Vrouenraets
Stelling na 21. Lf3
 
Een heel dynamische stelling is op het bord gekomen: wit staat een pion voor, zwart heeft het loperpaar. Ik zat hier na te denken over 21….Le5 22. g3 Lxg3 23. hxg3 Dxg3+ 24. Lg2 (24. Dg2 kan niet omdat na dameruil het zwarte paard op b4 verloren gaat) en hier is het jammer dat de toren van e8 niet op f8 staat, want dan had kunnen volgen 24….Txb4 25. Dxb4 Tf2 en zwart wint. Ik speelde daarom 21… Tf8 (?) maar overzag hierbij dat wit eenvoudig 23. Pxa6 kan spelen (een zet die we vrijwel direct in de na-analyse ontdekten). Echter een moment van wederzijdse schaakblindheid vindt plaats en wit speelde 22. g3?? In eerste instantie keek ik naar 22…Df6 23. Lg2 maar dan lijkt alles voor wit in orde. Langzaam kwam het besef in me op dat de witte dame Pb4 dekt en dat Lf3 momenteel ‘hangt’. Ik antwoordde daarom met 22…Dh6! waarmee zwart een stuk wint. 23. Pxa6 Dxd2 24. Txd2 Tb6 25. Le2 Txa6. Ik heb nu een stuk gewonnen tegen 2 pionnen, maar moet nog blijven opletten. 26. c5 Lh6!? 27. Lc4+ Kg7 28. Td3 Ta4 29. b4 Lh3 30. cxd6 Txb4! Zwart is net op tijd om de witte dreigingen te neutraliseren. 31.Txb4 kan niet omdat 31…Tf1 mat is. Na verdere afruil resteert een gewonnen eindspel 31. Lb3 cxd6 32. Txd6 Txe4 33. a4 Te2 34. Ld5 Le3+ 35. Kh1 Tef2 Wit geeft op, want er dreigt mat op f1 en dit kan alleen verhinderd worden door 36.Lc4 maar dan volgt 36...Lg2+ 37.Kg1 Te2#] 0-1.
 

Ger speelde op bord 1 met zwart tegen de rating hoogste van HSC, Ruben Venis, een positionele partij, waar blijkbaar nooit het evenwicht verbroken was. Alhoewel na een vluchtige blik op het bord van Ger zijn stelling er in de ogen van Tom kwetsbaar uitzag, verzekerde Ger na de partij dat hij alles onder controle had, en dat ook in de na-analyse alle witte dreigingen gepareerd konden worden. Remise derhalve, een puike prestatie van Ger.


Ruud (bord 6) had zijn tegenstander ook onder druk, en Jerzy Cebula zag zich gedwongen zijn paard te geven voor de promoverende witte vrijpion op c7. Door de koning op de achterste rij opgesloten te houden, kon Ruud middels een witte koningsmars naar f6 het matnet dichtknopen (3-1).


Jan was weer in tijdnood geraakt en zijn tegenstander Hugo Faber had een iets actiever dubbeltoreneindspel, met voor beide spelers nog een paard. Jan hield het hoofd koel, kon eerst de paarden afruilen en daarna de pionnen op de damevleugel, waarna een pot-remise eindspel resteerde.


De witte pionnenstructuur bij Guus was als een harmonica in de zwarte pionnenstelling geschoven, en achter deze stelling werd druk gemanoeuvreerd met de stukken. Beide partijen konden echter geen vorderingen maken, en ook hier kon Guus met Pim Blijlevens de handen schudden en was de vrede getekend (4-2).


Marcel met wit op bord 7 had ruzie met een toreneindspel met drie pionnen meer. De actieve koning en toren van Johan Wuijts kregen het voor elkaar om alle gaatjes te dichten en de zwarte meerderheid keurig in bedwang te houden.Zwart zou alleen vorderingen kunnen maken door een pion terug te geven om activiteit te ontplooien. Marcel koos voor het opgeven van de d-pion, maar misschien had het opofferen van de a-pion meer kansen geboden. Na lang heen en weer schuiven werd ook hier remise overeengekomen, maar konden de handen van V3 de lucht in! De benodigde 4½ bordpunten en daarmee de broodnodige 2 matchpunten waren, met nog een partij te gaan, al binnen.


John met wit op bord 8 speelde een lange positionele partij, waarin Paul van Asseldonk langzaam de overhand kreeg. John verdedigde zich maximaal, maar kon helaas het tij niet keren. In de wetenschap dat de matchpunten al behaald waren, gaf John zijn partij gewonnen.


Voor Voerendaal 3 resten dus nog 2 bloedstollende finales: voor ronde 8 (1 april, geen grap!) staat de uitwedstrijd tegen De Drie Torens (al veilig met 8 matchpunten) op het programma.

 

T Voerendaal 3 1934 HSC 2026
1. Ger Schaffhausen 1982 FM Ruben Venis 2228 ½ ½
2. Sander Bachaus 1977 Bart Dekker 2179 ½ ½
3. Tom Vrouenraets 1828 Maarten Smit 2037 1 0
4. Guus van den Akker 1961 Pim Blijlevens 1955 ½ ½
5. Jan Fober 1958 Hugo Faber 1971 ½ ½
6. Ruud Lemmers 2009 Jerzy Cebula 1943 1 0
7. Marcel Didden 1932 Johan Wuijts 1920 ½ ½
8. John Heuts 1821 Paul van Asseldonk 1974 0 1

 

 

 

 

Ga naar boven
JSN Boot template designed by JoomlaShine.com