Auteur: Paul Stümer

Toen ik op zondag 14 februari 2016 van Geilenkirchen, komend door Landgraaf, naar Klimmen reed, dacht ik, nu zijn de Nederlanders helemaal gek geworden, ze verkleden zich nu ook al met Valentijnsdag! Maar toen schoot me te binnen, dat dit voor de week daarvoor uitgevallen Carnavalsoptocht was, de reden waarom ook Schaesberg hun thuiswedstrijd bij ons in Klimmen speelde. 

We hadden vooraf nagedacht om Ger tegen onze voormalige Brunssumse-verenigingscollega Vincent te laten spelen, omdat Ger een soort „Angstgegner“ was voor hem en ons plan lukte hier wonderwel. Vincent speelde, zoals verwacht met wit 1.c4 en Ger beantwoorde met zijn gebruikelijke openingszet. Het werd echter geen typisch heen-en-weer geschuif van de stukken, maar na een snelle opening van het centrum kwam het tot een levendig stukkenspel. Wit stond optisch iets beter, maar het zwarte loperpaar (op g7 en g8!) loerde op de achtergrond en toen Ger een knol van een paard op d4 installeerde, zag Vincent zich genoodzaakt, deze met zijn toren op d1 te slaan. Nadat hij dameruil niet vermijden kon, besliste dit kwaliteitsvoordeel voor Voerendaal in het eindspel verrassend snel: 1-0.


Op bord 8 joeg ondertussen Marcels tegenstander met wit achter de zwarte dame aan, die het paard op e4 gedekt houden moest, maar wit kon hier geen voordeel uit behalen. Na ruil van de dames was de spanning uit de stelling genomen en beide spelers kwamen een snelle remise overeen, hetgeen goed voor ons was: 1,5 – 0,5.


Guus had op bord 6 met de andere voormalige Brunssummer te doen, Bram Brassé. Na interessante verwikkelingen won Guus bij de overgang naar het middenspel een pion. Bram kon echter met zijn torens op de open lijnen zo veel druk uitoefenen, dat het wit zeer moeilijk maakte om de pluspion tot gelding te brengen. Aangezien we voorstonden in de wedstrijd en tenminste twee zeer goed voor ons uitziende partijen hadden (Sander met kwaliteit meer stond op winst en Paul stond erg goed) accepteerde Guus het remiseaanbod: 2-1.


Tom speelde ondertussen met zwart. Wit speelde al snel de pion naar d5, waarop Tom standaard het paard naar c5 verder ontwikkelde. Nadat wit niet de juiste zetten vond om op de damevleugel een initiatief verder te ontwikkelen, zette zich langzaam de zwarte aanval op de koningsvleugel in gang. In een al  zeer veelbelovende stelling was Tom, gezien het grote verschil in speelsterkte, met remise tevreden: 2,5-1,5.


Sander had zijn tegenstander R. Krug vanuit de opening totaal overspeeld en een pion gewonnen. Zijn stukken infiltreerde al het vijandelijke kamp en Reinhard gaf nog een toren tegen een stuk, om zijn stelling iets te bevrijden (stellingsoordeel ongeveer +3 voor Sander). Probleem voor Sander was dat zijn koning nog niet gerocheerd had. Dit maakte het mogelijk dat zijn tegenstander met enkele speldenprikken (kleine dreigingen) kwam, die Sander veel tijd kostten, en hem uiteindelijk in hevige tijdnood brachten. En toen gebeurde het letterlijk in de laatste seconde: Sanders koning stond plotseling mat!! En evenzo lag plots het wedstrijdverloop weer volledig open: niet alleen stond het nu 2,5-2,5 maar in de resterende partijen zag het niet meer naar een winst voor Voerendaal 3 uit!


In mijn partij tegen Karl Schubert gebeurde ook het een en ander. Na een „dame-offer“ van mijn kant tegen toren en paard, kon Karl alleen door teruggave van de dame tegen 2 stukken het dreigende mat van zijn koning opheffen.  Ik had met wit nu 2 torens en loper tegen het zwarte loperpaar plus toren. De witte winstweg was duidelijk: de geïsoleerde centrumpionnen ophalen, hetgeen zwart ook niet verhinderen kon.  Helaas speelde ik voor dit doel de verkeerde toren, hetgeen zwart de mogelijkheid gaf zijn toren te activeren. Plots waren er gemene dreigingen tegen mijn koningsstelling en mij restte niets anders dan om door middel van eeuwig schaak de partij nog enigszins positief voor V3 te beëindigen: 3-3.


Tja, toen bleven nog 2 partijen over: Jan tegen Bert Coenen en Hans tegen Erik Corneth. Op het bord van Jan was nog geen pion geslagen. Beide spelers hadden nog 2 torens en 2 paarden, die vanwege de in elkaar geschoven pionnenformatie enkel met omslachtige manoeuvres te bestoken was, en het was niet duidelijk, hoe een der spelers in het voordeel kon komen.


Geheel anders zag het bij Hans uit: ook hier waren bijna nog alle pionnen op het bord. Beide spelers hadden nog een dame en een toren; Hans met zwart nog zijn zwartveldige fianchettoloper en Erik een paard. Gezien het gesloten karakter leek de witte stelling iets veelbelovender. Met de instelling „de dood of de gladiolen“ maakte Hans echter vorderingen en nadat het Hans lukte om de dames en de torens af te ruilen, zette hij een pionnenmeerderheid op de koningsvleugel in beweging. Dit terwijl de pionnenmeerderheid van wit op de damevleugel geblokkeerd was en de vrijpion op de d-lijn goed door de loper gecontroleerd werd. Ergens had Hans de ondekbare witte pion op a5 kunnen ophalen, wat tot een prozaïsche winst voldoende had moeten zijn. Alle omstanders vroegen zich dan ook af waarom Hans nog zat te piekeren, toen hij plots zijn loper tegen de witte pion op g3 offerde!! Dat was echter slechts een schijnoffer, want daarna volgde een vork met de pion op f4 (met schaak) en won hij het paard weer terug. Nu had Hans een vrijpion op de e-lijn en op de h-lijn en een van de pionnen zou zeker tot dame promoveren, terwijl de witte vrijpionnen door de zwarte koning tegengehouden konden worden. Chapeau! Daarmee is de teamoverwinning met 4.5 – 3.5 toch nog perfect, omdat Jan en Bert in de tussentijd hun pogingen gestaakt hadden en remise overeengekomen waren!


Bij het aansluitende, lekkere Valentijns-teametentje in een leuk, klein restaurant in Waubach werd nog driftig gediscussieerd wie de wisselbeker mee naar huis kon nemen, omdat bijna iedereen in aanmerking kwam! Niet alleen Ger voor zijn „geplande“ overwinning tegen Vincent, of Hans met zijn heroïsche overwinning. Tenslotte was er unaniem de mening dat Tom met zijn overtuigende remisepartij tegen een tegenstander met een duidelijke Elo-overwicht, de beker verdiend had. Proficiat! Ook mij viel nog een grote eer te beurt:  voor mijn verjaardag (zoals altijd met Valentijnsdag) werd ik nog toegezongen in het Nederlands. Ik geloof met „hoi, hoi, hoi“ op het einde – Eind goed, alles goed!

 

 joomplu:115

 

 

Ga naar boven
JSN Boot template designed by JoomlaShine.com