Door Rien Seip
ZL 3 behaalde een klinkende overwinning op Veldhoven die nog hoger had kunnen uitvallen. En dat terwijl het Veldhovense team in de breedte vrij sterk is met zeer ervaren spelers.
Jan mocht het aan het eerste bord opnemen tegen fidemeester Van der Heijden die zich bediende van een koffiehuis-opening: 1.d4; Pf6. 2.h3?!. Er zal wel een gedachte achter zitten, maar in mijn ogen is dit gewoon tempoverlies (ik ben van de klassieke school, die van Euwe en Steinitz). Jan antwoordde voortreffelijk met het Blumenfeld-gambiet. Uit de oude doos, maar nu dus met een tempo meer. Wit moest dan ook alle zeilen bijzetten om niet onder de voet te worden gelopen. Dat had hem niet mogen lukken want Jan miste enkele mogelijkheden om groot voordeel te bereiken. In het eindspel kantelde de partij in wits voordeel. Elke schaker kent deze ervaring, maar het blijft bitter.
Dit gebeurde overigens na een kalm begin waarin Guus met zwart zijn tegenstander keurig in bedwang hield met een loepzuivere remise. En Ger had inmiddels ons eerste winstpunt genoteerd door de zwakte van de strategie van zijn tegenstander genadeloos bloot te leggen. Gelijke stand dus.
In het vierde speeluur kwam de aap uit de mouw. Kort achter elkaar deelden Ingrid, Rien en Danny de beslissende klappen uit, voldoende voor de 4½. Ingrid hield de zwarte koning vast in het centrum en bleef geduldig manoeuvreren en lijnen openen, onderweg naar de beslissende mataanval. Mijn tegenstander speelde een klassieke Benoni (blokje c5-d6-e5) en liet zijn damevleugel ruïneren. Na een wanhoopscounter werd het Df8 mat (dat lukt je niet zó vaak). Danny accepteerde een populair gambiet in het Frans en toonde netjes aan hoe je met die extra pion wint zonder wit aanval te geven. Vrij snel voegde Leon zich nog in dit rijtje na een wisselvallig middenspel waarin zijn tegenstander zich uiteindelijk verslikte.
Bob zorgde ditmaal voor de slotacte met een partij waarin hij steeds het initiatief hield en afwikkelde naar het klassieke eindspel van paard tegen slechte loper dat in principe véél beter is voor het paard (aldus Euwe). Maar in dit geval werd dat gemitigeerd door een actieve koning van zwart waardoor Bob toch moest oppassen. Er ontstond een soort van dynamisch evenwicht dat voor dit type eindspel heel zeldzaam is (volgens mij). Bob deed toch een winstpoging en overzag de weerlegging. Hij staarde enkele minuten naar het bord in de bekende geestestoestand van de schaker die zich beduusd afvraagt wat er nu eigenlijk is gebeurd en die zich even moet herpakken. Toch mooi gespeeld Bob!
De volledige uitslag:
Jan Fober – Alan van der Heijden (2325) 0-1
Leon de Vries – Fred van Empel (2012) 1-0
Ger Schaffhausen – Huub Schenning (2041) 1-0
Bob Merx – Frans Wolferink (2084) 0-1
Guus van den Akker – Gerrit Bruggeman (1950) ½-½
Rien Seip – Tim van Hellemont (1929) 1-0
Danny Arns – Theo van de Meerakker (1930) 1-0
Ingrid Voigt – Rob van de Voort (1937) 1-0