Op bord 2 stond Luc op zet 12 voor de keuze van welke variant te spelen, scherp of plat. Omdat Ruben Vinus hun sterkste speler is koos Luc voor de platte variant waar Ruben In meeging. Luc bood op zet 19 remise aan wat door zwart na enig nadenken en overleg met de teamleider werd aangenomen. Henk was hier blij mee en zei dat als Tom ook remise zou houden (een bord waar de tegenstander ook hogere rating had), we de wedstrijd gingen winnen. Een profetische uitspraak zo bleek….Stand 0,5-0,5
Op bord 8 kreeg René na de opening een symmetrische pionnenstructuur. Het loperpaar was nog zijn enige voordeel maar het was te weinig om er iets van te maken. Ook snelle remise. Twee remises, stand 1-1.
Op bord 7 krijgt Camiel 1.f4 tegen. Hij krijgt een mooi centrum en zoekt in een vrijwel gelijke stelling een weg om erdoor te geraken. Wit kan echter met een tegenstoot in het centrum verder alle lichte stukken ruilen en langs de enige open lijn worden ook alle torens geruild. Er ontstaat een dame-eindspel met elk nog 7 pionnen wat onmiddellijk remise gegeven werd. Het was eerder wit die nog wat kon proberen. Drie remises, stand 1,5-1,5.
Op bord 4 speelt Ruud met wit eenvoudig schaak en krijgt wat ruimteoverwicht en ontwikkelingsvoorsprong. Hij offert een pion om rokade van zwart te beletten, maar zwart kan die pion niet goed aannemen. Toch slaagt zwart erin enkele stukken en ook dames te ruilen waardoor wits initiatief veel minder beduidend wordt. Ruud krijgt nog wel de open a-lijn maar het is te weinig en vervolgens wordt snel remise getekend. Vier remises, stand 2-2.
Op bord 5 bereikt Bart een stelling waar zijn tegenstander met wit het gebruikelijke lichte ruimtevoordeel heeft. Bart kan echter expanderen op de damevleugel waar veel pionnen geruild worden. Het is Bart die op deze damevleugel het eerst zijn stukken kan activeren wat hem pionwinst gaat opleren, ware het niet dat wit op de koningsvleugel net op tijd tegenspel krijgt wat hem ook een pion oplevert. In gelijke stelling wordt dan maar remise gegeven. Vijf remises, stand 2,5-2,5.
Maar dit alles was slechts het voorspel, want nu wordt het superspannend. Henk staat wat beter, Tom staat slechter maar verdedigt zich met hand en tand, en bij Bob blijft het heel onduidelijk.
Op bord 6 speelt Henk met wit een positionele partij waarin hij zo goed is. Als zwart het centrum bezet wordt het scherper: zwarts centrum maar witte druk daartegen. Henk slaagt erin de zwarte loper op h7 passief te houden en zelf een sterk paard op d5 te krijgen. Hij staat beter. Dit levert hem wel een pion op maar zoals dikwijls kost dat enkele tempi en daardoor worden de zwarte stukken bevrijd. Door één onnauwkeurigheid verspeelt hij zijn hele voordeel en er wordt remise gegeven, al is het nu zwart die nog zou kunnen proberen. Zes remises, stand 3-3.
Dit was een tegenvaller maar bij Tom was de winst voor wit ook niet meer zo evident.
Op bord 3 speelt Tom tegen de sterke Bart Dekker. Het wordt een scherpe onduidelijke stelling met gesloten centrum. Ook de koningsvleugel wordt vrijwel afgesloten waardoor het spel zich volledig op de damevleugel verlegt. Tom kan toch de h-lijn op de koningsvleugel openen maar ten koste van een pion op de damevleugel, die meteen een gedekte vrijpion is. Wit staat beter maar probeert “une petite combinaison” die er goed uitziet maar door goede verdediging van Tom niet helemaal slaagt en uitmondt in een toreneindspel. Wit staat nog wel een pion voor maar moet nauwkeurig spelen om er iets van te maken. Dit doet hij onvoldoende en door stugge verdediging van Tom wordt het toch remise. Hardnekkig werk van Tom. Zeven remises, stand 3,5-3,5.
Alleen nog Bob bezig op bord 1, maar hij staat echt slechter. Tom heeft remise gespeeld maar hoe kan Henk’s profetische uitspraak nog uitkomen?
Laten we het verloop van de partij van Bob op bord 1 bekijken. Na de opening ontstaat een vrijwel gelijke stelling maar door zwarts geïsoleerde pion op e6 moet wit toch een klein voordeeltje toegedicht worden. Bob kan wel gebruik maken van de halfopen f-lijn en zijn stukken richting de witte koning loodsen. De stelling is daardoor erg onduidelijk. Wit kan ondanks alle schermutselingen alles echter redelijk onder controle houden en na ruil van enkele stukken waaronder de dames blijft zwart nog steeds met een geïsoleerde e-pion zitten. Bob slaagt erin deze te ruilen voor wits h-pion maar in deze sequentie gaat het toch niet geheel goed en blijven de witte stukken actiever. Er ontstaat een eindspel met elk een toren en paard en 4 pionnen, maar door de actieve witte stukken wordt wits stelling progressief beter. Wit wint ook een pion en het ziet er heel beroerd uit voor ons. Bob blijft wel heel geconcentreerd spelen en zet een duivelse val op die wit niet zomaar kan ontwijken. Wit doet het niet geheel goed en in tweede instantie slaagt Bob’s plan: promotie is niet meer te stoppen en dit kost wit een toren. Bob moet nog even opletten voor twee verbonden vrijpionnen maar hij maakt het kundig af. Een grote ommekeer en de profetie van Henk komt uiteindelijk toch uit! Zeven remises en een fel bevochten winst, eindstand 4,5-3,5 overwinning voor Zuid-Limburg 3.
Zuid Limburg 3 - HSC Helmond
Merx , B.H.M. (Bob) 1975 Cebula , J. (Jerzy) 1926 1 - 0
Zimmermann , L. (Luc) 2176 Venis , R. (Ruben) 2231 ½ - ½
Vrouenraets , T.J.M. (Tom) 1826 Dekker , B.W. (Bart) 2182 ½ - ½
Lemmers , R.M.T. (Ruud) 2088 Faber , H.K. (Hugo) 2001 ½ - ½
Zwet van der, B.W. (Bart) 2063 Asseldonk van, P. (Paul) 1971 ½ - ½
Temmink , H.H. (Henk) 2149 Smit , M. (Maarten) 1995 ½ - ½
Peerlings , C.C.L. (Camiel) 2194 Blijlevens , W.J.H. (Pim) 1956 ½ - ½
Snoeck , R.S.J. (René) 1940 Wuijts , J.M.C. (Johan) 1937 ½ - ½
Gemiddelde Rating: 2051 Gemiddelde Rating: 2025 4½ - 3½